Zwem veilig met Zwem-ABC

Voor de meeste kinderen bestaat er geen grotere pret dan WATERPRET. Wat is er nu leuker dan in het water te plonzen en met vriendjes en vriendinnetjes te ravotten in het water; zonder angst kopje onder gaan, moeiteloos weer boven komen en veilig verder kunnen zwemmen. In ons land, dat rijk is aan water, is het daarom van groot belang dat uw kind zichzelf op jonge leeftijd leert redden in het water. Leren zwemmen is meer dan het leren van een “kunstje” om vooruit te komen. Vanaf het begin van de zwemlessen wordt er veel aandacht besteed aan het vertrouwd raken met het water. Dat gebeurt op allerlei manieren, die soms de indruk wekken dat er in de zwemles alleen maar gespeeld wordt. Het tegendeel is echter waar. Alle oefeningen en spelletjes zijn erop gericht de kinderen zoveel mogelijk ervaring op te laten doen in het water. Pas als de kinderen zich echt prettig en veilig voelen, wordt begonnen met het aanleren van de enkelvoudige rugslag en de schoolslag. Bij het Zwem-ABC leren de kinderen ook de eerste beginselen van de borstcrawl en de rugcrawl. Door de hele opleiding van het ABC-zwemdiploma heen worden de kinderen steeds meer bedreven in de ‘red-jezelf’ aspecten (survival). Dit gebeurt zonder drijfmiddelen. Met drijfmiddelen krijgen kinderen niet de gelegenheid om te ervaren en dus te leren dat ze zelf kunnen drijven. Verder zijn de kurken, bv om de armen, nadelig voor het evenwicht in het water.

In de opleiding voor het Zwem-ABC zullen kinderen drie keer afzwemmen. Eerst voor het A- dan voor het B- en tenslotte voor het C-diploma. Elke diploma betekent dat de kinderen een bepaalde vaardigheid in het water hebben verkregen. Om de veiligheid te waarborgen is het belangrijk dat kinderen het Zwem-ABC helemaal afmaken.

Pas als de opleiding voor het Zwem-ABC voltooid is, zijn kinderen geheel veilig en staan zij hun mannetje in en rond het water.